Peuters en kleuters kunnen soms nog wel bijtgedrag vertonen. (bijten)
Wij raden dan alvast aan om de proprioceptie van de mond te stimuleren door bvb bijtringen te geven zodat ze wel ergens op kunnen bijten als ze er nood aan hebben.
Het bijten gebeurt ook wel meermaals uit frustratie. Hieronder zie je een tip van kinderpsycoholo Lien Tegenbos (praktijk Klim-op Vorselaar):
Bijtgedrag is inderdaad iets dat vaak voorkomt in peuter- en kleuterscholen. Als ouder schrik je vaak wanneer je hoort dat je kind andere kinderen nog bijt, maar in de meeste gevallen is het een gedrag dat maar tijdelijk aanwezig is en met verloop van tijd ook vanzelf verdwijnt.
Wanneer kleuters boos worden, maar nog niet over de vaardigheden beschikken om met die gevoelens om te gaan, grijpen ze vaak terug naar gedrag dat ze in een eerder fase al goed verworven hebben. Kleuters grijpen dan vaak terug naar de orale fase, waarin ze als baby en peuter hebben geleerd om de wereld met hun mond te ontdekken. Vaak hangt dit ook samen met nog niet voldoende ontwikkelde verbale vaardigheden. Wanneer kleuters hun boos gevoel nog niet verbaal kunnen ondersteunen of uiten, grijpen ze terug naar reeds verworven gedrag om dat gevoel eruit te laten komen. Ze hebben de nodige vaardigheden nog niet, maar die drang om hun emoties te uiten, blijft natuurlijk wel aanwezig. Vandaar dat ze soms in situaties terecht komen waarin ze moeten behelpen met datgene wat ze al hebben verworven. Naarmate dat hun verbale vaardigheden evolueren, zien we vaak dat het bijtgedrag afneemt, omdat ze dan een veel efficiëntere manier hebben gevonden om hun emoties uit te drukken.
Zolang dat de algemene ontwikkeling van een kind normaal evolueert, zou ik me rond bijtgedrag niet al te veel zorgen maken en ervan uitgaan dat dit na verloop van tijd zal afnemen. Maar ik begrijp wel dat het voor ouders en leerkrachten moeilijk is om hiermee om te gaan.
In eerste instantie zou ik proberen wat meer zicht te krijgen op de situaties waarin het kind bijtgedrag stelt. Stel dat dit telkens is wanneer een kind speelgoed afpakt en je ziet het gebeuren, is het als begeleider van belang om in eerste instantie mee te geven dat bijtgedrag niet oké is, maar daarnaast ook een alternatief aan te bieden. Bijvoorbeeld zeggen: 'speelgoed is er om te delen'. Ook naar het andere kind toe goed vermelden dat het niet oké is om speelgoed zomaar af te pakken. Meestal is bijtgedrag namelijk een foute reactie op een foute handeling van een ander kind.
Vaak wordt wel eens gezegd: 'Als ik mijn kind dat zie toen, bijt ik gewoon terug'. Maar dat is absoluut geen optie. Zo geef je het kind heel dubbele signalen en geef je natuurlijk zelf het foute voorbeeld.